Italiaanse Toestanden - Emigratieverhalen


dinsdag 9 april 2013

Il Water



Ook in Italië moet je wel eens in een openbare gelegenheid (bar, restaurant, theater, universiteit, kantoor) naar het toilet. Dat kan voor de beginnende toiletbezoeker nog een heel avontuur zijn, terwijl ook de gevorderde wc-ganger nog regelmatig op figuurlijke maar ook letterlijke hindernissen stuit.

Om te beginnen moet je het toilet zien te vinden. Als de segnalazione, de richtingsaanduiding, te wensen over laat, en dat gebeurt vaak, sta je voor het probleem hoe je personeel of andere aanwezigen decent om de kortste weg naar de kleine kamer vraagt. “Kunt u mij vertellen waar het toilet is?”, hoe zeg je dat in het Italiaans zonder een flater te slaan? Met het begrip WC kom je hier nergens, als je al zou weten hoe je dit in het Italiaans zou moeten uitspreken (“doppio vi tsji”). Met de (nood)kreet “toilette” heb je al gauw meer succes, al komt het uitstoten van zo’n enkel woord niet echt beleefd over. In het Italiaans noemt men het toilet “il bagno”, waarmee Nederlanders in Italië vaak abusievelijk de badkamer proberen aan te duiden. Doordat Italië het land bij uitstek van de gebarentaal is, volstaat wat handenwringen (“where can I wash my hands, please”) meestal ook.

Eenmaal bij het toilet aangekomen, sta je meestal voor een existentiële keus: man of vrouw. Gesteld dat je daarover geen twijfels (meer) hebt (je kunt desnoods voor de zekerheid in je paspoort kijken), dan nog kan er een probleem opduiken: er is geen duidelijk plaatje van een mannetje en/of vrouwtje op de respectievelijke deuren te vinden, alleen tekst: “Signore, Signori”. Meestal slaat de paniek dan alsnog toe. Wat is “Dames” en wat is “Heren”? Beide lijkt eigenlijk mannelijk, toch? Nu kun je quasi nonchalant wachten tot jeiemand achter een van beide deuren ziet verdwijnen of je iemand uit het toilet tevoorschijn ziet komen en op basis daarvan deduceren wat wat is, maar wat als de nood hoog is en het toiletverkeer “dun”? Je moet daarom weten (onthouden!) dat het vrouwelijk meervoud van de meeste Italiaanse zelfstandige naamwoorden op een “e” eindigt en dat van mannelijke meestal op een “i”. Uitzonderingen komen voor, maar niet op het toilet. Daar gelden strikte grenzen. Zelfs in Italië.

Gelukkig, de broek kan zakken! Maar ho ho, nee, zo snel gaat het meestal nog niet. De praktijk wijst uit dat je, eenmaal veilig achter de toiletdeur, van alles aan kunt treffen. Ten eerste is het nog maar de vraag hoe veilig het eigenlijk is. Kan de deur van het toilet überhaupt op slot? Vaak niet met het originele slot, als je geluk hebt hooguit met een knutselslot (haakje, touwtje), maar even zo vaak helemaal niet. Er is geen sleutel, het hele hang- en sluitwerk is weg, er is nooit en slot geweest, … Alles komt voor. Zelfs op fonkelnieuwe toiletten in glanzende kantoorgebouwen kan het je gebeuren dat je opeens “met je kloten voor het blok” komt te zitten: een toiletdeur met een Lipsslot … zonder sleutel. Kan de deur niet dicht, maar is het toilet zo klein dat de toiletpot vlak bij de deur staat, dan is er nog “geen man overboord”. Al zittend, klem je de deur zelf dicht, met handen en/of voeten.

Zitten? Maar kan je wel zitten, is de volgende vraag. Hoewel de meeste toiletten in Italië tegenwoordig wel van het pot-model zijn, komt ook de bagno alla turca nog veel voor. Dat klinkt als een leuk muziekstuk, maar is het gevreesde “gat in de grond”, het hurktoilet. Kan de deur niet op slot en blijkt er zich achter het Turkse hurktoilet te bevinden, dan ben je verloren. Een reeks van scenario’s is nu mogelijk, het ene nog beschamender (direct) en hilarischer (achteraf) dan het andere. Welke precies laat ik graag aan de fantasie van de lezer of aspirant toiletganger over. Kan de deur wel op slot, dan blijven er nog genoeg hinderpalen over.

Het benutten van het Turkse onding vereist veel gehannes met broek, onderbroek, over- en onderhemd, gebalanceer om niet zelf in het gat te verdwijnen (zo lenig zijn we ook niet meer), en moeizame afstemming tussen het ene (producerende) en het andere (ontvangende). Kramp in de dijen, kuiten en pezen is het zekere gevolg, natte sokken, broek en of schoenen een waarschijnlijk resultaat van de moeizame verrichtingen.  Of, zoals het beschreven wordt in een gebruiksaanwijzing op internet:

Hurktoilet 
Leuk - maar langzaam verdwijnend - verschijnsel in mediterrane landen. Het gebruik van het “gabinetto alla turca” is zeer hygiënisch als men tenminste de kunst van het richten verstaat. Voor Nederlanders zonder ervaring op dit gebied eindigt het avontuur nogal eens met natte sokken. Tips: niet proberen de benen haaks te houden maar helemaal doorzakken; en het hoofd dient naar de deur gekeerd te zijn.

De laatste aanwijzing getuigt van de nodige humor, en zorgt voor de broodnodige ontspanning in deze benarde situatie. Mocht de deur onverwacht openvliegen, lach dan de lach der onschuldigen, want uw hoofd is naar de deur gekeerd. Het kan altijd nog erger (er is een model hurktoilet op een verhoging, type bordes, dat het ONmogelijk maakt om erboven te hurken zonder je broek helemaal uit te trekken. Als dan de deur openvliegt ...).

“Gelukkig, er is een WC-pot!” denk je, als het gevreesde gat niet tevoorschijn komt. Maar wat voor pot? Is er een wc-bril? Il water zoals de toiletpot op zijn “Italiaans” heet (afgeleid van water-closet) is meestal niet voorzien van een bril (een asse). Als er al een bril te bekennen is, staat deze meestal beteuterd in een hoekje (voor straf), zit achter slot en grendel tegen de muur (verboden aan te raken), is stuk (hap eruit), ligt los, of is te nat en te smerig om te gebruiken. Dat laatste vaak het gevolg van het feit dat de meeste brillen niet overeind gezet kunnen worden, ze vallen meteen weer op hun plek, want de stortbak zit in de weg. We moeten wel concluderen dat de Italiaan de bedoeling van de bril niet begrijpt: hij ziet de toiletpot als een merkwaardige variant van het hurktoilet, met een verhoging die niet bedoeld is om op te gaan zitten. "Wie heeft zoiets idioots bedacht?" hoor je hem denken.

Met een beetje geluk zitten we nu en kunnen we in alle rust onze grote daad verrichten. Wel in het donker, met een beetje "geluk", wanneer het besparingssysteem voor het licht is ingesteld op 30 seconden, de aan/uitknop zich buiten handbereik bevindt en de bewegingssensor niet reageert … Is de boodschap eenmaal gedaan dan is het ergste leed wel geleden. Wc-papier is er vaak niet, maar daarvoor heb je natuurlijk zelf gezorgd, want je bent door schade en schande wijs geworden (altijd EERST controleren of er wel papier is). De Italiaan gebruikt geen papier, want hij gebruikt immers het bidet, dat gekke kleine badje, waarin Nederlanders alleen hun voeten wassen. Jammer dat er in openbare toiletten vrijwel nooit een bidet is. De rest laat ik weer graag aan de fantasie over.

Doorspoelen vergt soms nog wat fantasie (drukknoppen op de stortbak zijn onklaar, maar vervangen door knoppen aan de muur, of een soort voetpedaal), en het kan zijn dat het automatische schoonmaaksysteem de bril al onder je in gang zet terwijl je nog bezig met, maar a la, een kniesoor die zich daar aan stoort.

Handen wassen, zoals je je lieve moeder altijd keurig hebt beloofd, lukt niet altijd. Zeep is er zelden, water meestal wel. De kraan kan vaak, heel hygiënisch, met voetpedalen bediend worden, maar er is dan weer geen papier om je handen af te drogen. Of misschien wel, want het kan zijn dat je je handen bij de verkeerde wasbak hebt gewassen. Merkwaardig genoeg hebben Italiaanse openbare toiletten vaak twee ruimtes met een wastafel en kom je er achter dat de tweede wel voorzien is van zeep en papier of blower. Ook zie je dan soms opeens dat de tweede deur, van het halletje waar zich de wastafel bevindt, wel op slot kan …

De stoelgang is in Italië een eenzaam en angstig avontuur!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten