Italiaanse Toestanden - Emigratieverhalen


zaterdag 12 november 2022

Het Echte Italië - H.1 In de supermarkt

Het eerste hoofdstuk uit mijn nieuwe boek ‘Het Echte Italië - Verhalen uit het dagelijkse leven’. Boordevol verrassende ontmoetingen met Italianen op locaties waar je als toerist niet vaak komt maar als inwoner van Italië vaak bijzondere, ergerniswekkende of komische dingen meemaakt die je laten zien hoe Italië echt is. 

Voor meer info: www.bravenewbooks.nl/Italiaanse-Toestanden.

***************

In de supermarkt

Voor me in de rij bij de kassa van de Basko supermarkt staat een oud verschrompeld mannetje te mopperen. Hij heeft een zongebruind hoofd dat vanaf een grote, bolvormige, kale kruin taps toeloopt naar een puntige kin. Zijn dikke, halfronde wenkbrauwen geven hem het gezicht van een clown, maar hij kijkt niet vrolijk. Tegen iedereen die in zijn buurt komt, zegt hij iets, steeds hetzelfde. Hij richt zich ook tot mij en hoewel ik hem niet begrijp, knik ik hem vriendelijk toe om ervan af te zijn. Hij weet echter niet van ophouden en net als ik mij eraan begin te ergeren, zie ik de papieren zakken met brood die hij bij zich draagt en snap ik opeens wat hij zegt:

Ha messo i guanti? Ha messo i guanti? Heeft u de handschoentjes aangedaan?’ Dit vervolgt hij met wat onverstaanbaar gebrabbel, om te eindigen met de algemene conclusie ‘Povera Italia.

Hij komt natuurlijk net van de bakkerij-afdeling en heeft daar waarschijnlijk het brood uit de bakken genomen zonder daarbij de verplichte plastic handschoentjes aan te doen. En daarop is hij betrapt door een personeelslid of een kneuterige klant die hem erop heeft gewezen dat je vanwege de hygiëne het brood niet met je blote handen aan mag raken. Ik voel opeens met hem mee en mijn ergernis verplaatst zich naar de zeurkousen. Ook ik ben altijd in overtreding want ik heb een hekel aan die plastic ondingen die ook bij de groente- en fruitafdeling verplicht zijn. Als ik tomaten, nectarines of appels en dergelijke nodig heb, kijk ik eerst schichtig om mij heen en pak er dan snel een paar met mijn blote hand om vervolgens met een quasi-onschuldige blik naar de weegschaal te lopen. Juist daar zijn die handschoentjes uiterst on“hand”ig want hoe krijg je de prijssticker op de plastic groente/fruitzak zonder dat hij aan het handschoentje blijft zitten? Onmogelijk. Weg met die krengen dus.

Zelf ben ik nog nooit betrapt, waarschijnlijk ook doordat ik de eerste tomaat of nectarine of appel pak door de plastic zak binnenstebuiten om mijn hand te vouwen. Het lijkt dan net alsof ik toch een handschoen aan heb. Maar bij de tweede tomaat en verder lukt dat niet meer.

Het is sowieso onzin, vind ik. Doorgeslagen hygiëne-fetisjisme van het van nature hypochondrische Italiaanse karakter. Van de meeste vruchten eet je de, in de overspannen geest van de Italiaan met levensgevaarlijke bacillen besmette schil immers helemaal niet op. En vruchten die je wel in hun geheel verorbert, moet je, net als alle groente, altijd goed wassen, zo heb ik althans van mijn brave oude moeder (en de huisarts) geleerd. Ook heeft onderzoek1 uitgewezen dat de kassa het meest met bacillen besmette deel van een supermarkt is. Niet de groente- en fruitafdeling, laat staan de bakkerij. Nee, de transportband waar alles op gezet wordt (ook spullen die op de vloer hebben gestaan: smerig!) en die niemand ooit schoonmaakt, dat is de echte bacillenkweekvijver.

En mocht het voorgaande nog niet overtuigend genoeg aantonen dat de handschoentjes onzinnig zijn, dan is er nog de milieubewuste tijdgeest: denk eens aan al dat onnodige wegwerpplastic dat uiteindelijk in de oceaan belandt om daar de al door uitsterven bedreigde diersoorten nog een stapje dichter bij de afgrond te brengen (of is het plastic van de handschoenen afbreekbaar?). Plastic handschoentjes, nee, het gebruik daarvan kan ik niet met mijn geweten in overeenstemming brengen. Ik ben een gewetensbezwaarde inzake het gebruik van te veel plastic in supermarkten. Nou ja, ze zijn vooral onhandig.

Het moppermannetje is aan de beurt om af te rekenen en gaat nu verder tegen de kassière, die minzaam glimlacht maar niets terugzegt:

Ha messo i guanti? Ha messo i guanti? Povera Italia!

Een beetje overdrijven doet hij wel. Arm Italië? Maar eigenlijk doen alle Italianen dat, besef ik nu ik erover nadenk. De gemiddelde Italiaan is namelijk helemaal niet de O sole mio zingende, Lebensbejahende vrolijke zonaanbidder of gondelier waarvoor de koele noordeling hem houdt. Integendeel, hij en zij gaan gebukt onder, vaak overbodige, zorgen over gezondheid en veiligheid.

En dus sluit menig Italiaan zijn jammerklacht over wat de overheid of wat de politici nu weer voor idioots bedacht hebben, af met ‘Povera Italia!’ We zijn aan de heidenen overgeleverd en er is niets meer wat ons kan redden. ‘Siamo messi male. Het is slecht met ons gesteld. Arm Italië!’




maandag 27 december 2021

Wijnproeverijen bij B&B Villa I Due Padroni

Al zin in de vakantie in 2022? 

Bij Villa I Due Padroni presenteren we u graag het echte Italiaanse leven: zon, blauwe luchten, rust, ruimte, panoramische vergezichten over eindeloze wijngaarden met middeleeuwse dorpjes en kastelen en… de authentieke Italiaanse gastronomie! 

Al vele jaren organiseren we met veel succes een uitgebreid Italiaans diner en wijnproeverij voor onze gasten, verzorgd door onze topkokkin Antonica en op-en-top gastheer Roberto. 

Kom langs en beleef het zelf! 

Zie www.duepadroni.it


Cantina Ca del Santo

Niemand gaat weg zonder een paar doosjes!

Al het lekkers ligt op eikenhout te rijpen

Roberto en Ger, gebroederlijk aan de wijn

Een lange tafel bij het Italiaanse diner

En nog meer lekkerbekken

De padroni lusten het zelf ook

Carlo van Ca del Santo trekt nog maar eens een flesje open

Roberto dekt de tafel en schenkt de aperitivo in

Proeven, proeven, proeven

De tagliata met rozemarijn en jeneverbes 

Salute!

Niet bij wijn alleen

Salame van de streek vooraf

zondag 14 maart 2021

Op zoek naar een nieuw huis in Italië – deel 1

 

 

De kogel was door de kerk! Al ruim een jaar zaten we te dubben over de vraag hoelang we nog met onze bed en breakfast door zouden gaan en nu opeens… het besluit! Na meer dan 10 geweldige seizoenen met fantastische gasten en belevenissen besloten we te gaan rentenieren en onze geliefde B&B Villa I Due Padroni te koop te zetten. Het komende jaar zou Nico 70 worden en dat was een mooie mijlpaal om deze ingrijpende beslissing aan vast te binden. Maar wat betekende dat eigenlijk allemaal?

Allereerst dat we een ander huis moesten gaan zoeken want de Villa is voor ons tweeën veel te groot, om nog niet te praten van de tuin. En ik wilde eindelijk wel weer eens vanuit de woonkamer direct een (veel kleinere) tuin in kunnen stappen zonder eerst 2 verdiepingen te moeten afdalen. En nog zo het een en ander.

We moesten maar eens een wensenlijstje gaan opstellen, net als 13 jaar geleden. Oude tijden keren weer. Panoramisch uitzicht was alvast een harde eis. Want daarop inboeten na er zolang mee verwend te zijn, nee. En er moest een redelijk formaat tuin aanwezig zijn natuurlijk. Qua ligging willen we graag iets dichter bij voorzieningen (een bar! We zagen ons al met de mannetjes van de streek een kaartje leggen, glaasje wijn bij de hand), als het kon op loopafstand. En het huis moest ruim genoeg zijn om een gastenslaapkamer en -badkamer te kunnen herbergen, alles op de begane grond. Ons budget werd bepaald door wat de Villa naar ons (vage) idee zou kunnen opleveren.

Hoe vind je zo’n huis? 

Lees verder op https://www.ditisitalie.nl/op-zoek-naar-een-nieuw-huis-in-italie/ 

woensdag 21 maart 2018

Een Italiaan voegt in

„Even kijken, ja het kan geloof ik,” mompelt de bestuurder van de Fiat in zichzelf en trekt langzaam op. Hij staat op een zijweg van de provinciale, wil linksaf en moet zich daarvoor in de passerende verkeersstroom zien te voegen. „Nee, toch niet!” roept de bestuurder nu van schrik en trapt op de rem. Zijn motor slaat (ook geschrokken?) af. „Porca miseria!” briest de eigenaar. De auto die de Fiatbestuurder deed schrikken, kruipt tergend langzaam voorbij. Hij had er gemakkelijk voor gekund, beseft de hij en start de motor weer op.

Door de mislukte invoegpoging van daarnet is de Fiat iets naar voren geschoven en steekt met zijn neus een stukje op de provinciale weg. Er komt nu van links een continue stroom auto’s aan, telkens met precies zo’n onderlinge afstand dat hij er niet tussen kan. Van rechts komt er nu natuurlijk niks. „Het lijkt wel of ze het erom doen!” mompelt de Fiat-eigenaar geërgerd. De bestuurders van de auto’s die van links komen zien een Fiat die wil invoegen en al  half op hun rijstrook staat. Ze zijn bang dat hij opeens vooruit zal schieten en minderen voor de zekerheid vaart. Tot ergernis van de Fiat-man die nu bijna tegen zichzelf schreeuwt: „Porca giuda Als ze vlakbij zijn, remmen ze ook nog eens af. Waarom? Vai, vai, schiet toch eens op!”

Uiteindelijk valt er een gat in de stroom van links. Hoera! denkt de bestuurder, kijkt naar rechts en ziet daar verdorie toch weer een auto aankomen. Wat nu? Hij schat de snelheid in en ... Nee, hij is al te dichtbij. Maar van links komt nog steeds niets. Dus toch maar snel? Nee, te riskant. Of niet?

Op het allerlaatste moment waagt de Fiat-bestuurder het er toch op en slaat linksaf. Eenmaal op de provinciale moet hij direct naar z’n drie schakelen maar daarbij verliest hij zoveel snelheid dat hij bijna tot stilstand komt. De op hem af rijdende bestuurder ziet dat de Fiat tot zijn afgrijzen pas op het laatste moment invoegt (hij had verdorie uren de tijd!) en remt al een beetje af maar moet nu vol in de ankers om niet op de stilstaande Fiat te knallen. „Ma che cazzo! Wat een l.u.l.! als je niet kunt autorijden blijf dan thuis!”

Meer leuke Italieverhalen lezen? Koop of download mijn drie boeken Italiaanse Toestanden

maandag 19 maart 2018

Ricevuta pipi

Aspetta, aspetta,” zegt het mannetje dat de toiletten bewaakt (en hopelijk ook schoonmaakt en van voldoende papier voorziet). Wachten? Hoezo? denk ik, want ik heb hem net toch een euro gegeven? (waar zijn de tijden van een kwartje voor een plas gebleven?) Ik moet nodig dus heb even geen behoefte aan discussie. Maar nee, ik mag nog niet afwateren want de toiletbeheerder pakt een boekje met bonnetjes, scheurt er een af, zet er de datum op, parafeert en geeft hem aan mij. Klaar, ik mag. Maar nu ben ik even te perplex om naar de wc-pot te rennen. Een officieel bonnetje voor een toiletgang?

Ieder jaar ontduiken de Italianen voor ruim honderd miljard euro aan belastingen. Voor het leeuwendeel gaat het om niet opgegeven inkomsten, voor een ander belangrijk deel om niet afgedragen btw, Iva geheten. De standaardvraag van een dienstverlener in dit mooie land na het afronden van een klus is: “Vuole la fattura?” Wat zoveel betekent als: wilt u graag 10 of 20% meer betalen? Het antwoord laat zich meestal raden. Zo af en toe, meestal na een in de kranten en op tv breed uitgemeten belastingschandaal, krijgen de Agenzie delle Entrate en de Guardia di Finanza het op hun heupen om te laten zien dat ze echt wel hun werk doen. Het liefst doen ze dan een paar spectaculaire invallen bij heel rijke beroemdheden want dat levert veel publiciteit op. En het is gemakkelijk: je kijkt welke beroemdheid een heel laag inkomen heeft opgegeven terwijl hij of zij toch in alle roddelbladen (vakliteratuur) in beeld verschijnt terwijl hij of zij bruingebrand op zijn of haar tientallen meters lange jacht over de Middellandse Zee cruiset. Gek genoeg blijft het altijd bij een paar invallen, tot iedereen de sensatie weer vergeten is en het gewone belastingvrije leventje weer kan terugkeren.

Maar soms probeert de guardia juist de kleine krabbelaars bang te maken want heel veel kleintjes maken ook een grote hoop. Dan gaan de controleurs opeens checken of de barista of pizzaiolo je wel een bonnetje heeft gegeven: het bewijs dat de verkoop en dus de omzet geregistreerd is. Het bonnetje dat je altijd meteen weggooit samen met het lege suikerzakje. Hoewel, krijg ik het eigenlijk wel altijd? Opletten is geboden want als de polizia je buiten opwacht terwijl de cappuccinosnor nog onder je neus zit of als je je met je hete pizza naar huis wil spoeden, moet je het bewijs van aankoop kunnen tonen. Anders krijgt niet alleen de verkoper maar ook jij een boete.

Ik bewaar mijn plasbewijsje dus keurig. Stel je voor dat ze me buiten opwachten. Kom ik dan weg met de bewering „Ik heb niets ’gedaan’, geen grote bah noch een kleine!”? Of gaan ze dat dan controleren? En hoe? Een openbare visitatie? Ik waag het er niet op.

Meer verhalen over het leven in Italie? Lees mijn boek Italiaanse Toestanden!

dinsdag 6 februari 2018

Little Italy - Com’è piccola Italia!

Mariarosa en Elena stonden me al breedlachend op te wachten bij onze stand op de Little Italy beurs in Amsterdam. Waren ze echt zo blij mij te zien? Ze zaten zelfs een beetje naar elkaar te grinniken als twee bakvissen die met hun schoolmeester wilden gaan flirten maar het niet echt durfden. Nu is Mariarosa altijd al een niet te stuiten tornado die constant aan het woord is, ideeën oppert en opdrachten uitdeelt (Vai! Vai! Aan de slag!) maar Elena is meestal bedachtzamer. Er moest dus wel iets bijzonders aan de hand zijn. Later vertelde Tommy, de enige man in het Italiaanse gezelschap (hij noemde het quasi-zuchtend een femminocrazia), dat hij ook had gemerkt dat er iets aan de hand was met de twee dames. Tommy had een eigen kamer in het Holiday Inn vlak bij het Westergasfabriek-terrein waar de beurs plaatsvond en die kamer lag naast die van Mariarosa en Elena. Gister om kwart voor een ’s nachts hoorde hij opeens gegiechel in de kamer van zijn collega’s. Wat zijn die twee midden in de nacht nog aan het doen dat zo leuk is, vroeg hij zich af. ’s Ochtends had hij het ze gevraagd, beschroomd want als een echte Italiaan vond hij de vraag wel erg brutaal, en hadden Elena en Mariarosa het hem proestend van het lachen verteld.

Een aantal weken geleden had ik Mariarosa op haar verzoek een pdf-bestand met de Engelse vertaling van mijn boek ’Italiaanse Toestanden’ toegestuurd. Aan lezen was ze uiteraard niet toegekomen want haar dagen (en nachten?) raken altijd vanzelf gevuld met nieuwe ideeën, opdrachten, contacten etc. De kleine tornado, die haast wel een dubbelgangster van Sylvia de Leur leek, rust nooit. Tommy vertelde ons dat Mariarosa eens per maand naar de kapper direct naast het kantoor ging en van daaruit vrolijk verder ging met appen en posten op Facebook, Instagram etc. Eenmaal werd hij zelfs door haar opgeroepen even langs te komen voor een idee, zaak, klusje of iets dergelijks en trof hij haar vol in de haarshampoo bij de kapper aan, mobiel in haar hand. Omdat het haar dus met geen mogelijkheid lukte aan mijn boek te beginnen, had Mariarosa de pdf-file daarom maar naar Elena doorgestuurd. Opdracht: Lezen! Vai!

Gisteravond besloot Elena dat ze ondanks de vermoeidheid van de eerste beursdag toch minstens een hoofdstuk van het boek gelezen wilde hebben (gelukkig zijn de hoofdstukken kort). Maar ze kwam niet verder dan een paar alinea’s, tot het moment dat ze de naam van onze vermaledijde makelaar Olita voor het eerst tegenkwam. Neeeeee, dacht ze, het is niet waar! Ze vertelde het meteen aan Mariarosa die rechtovereind schoot. Wat? Olita, komt die kl...z.k in het boek voor? En toen begonnen ze dus allebei te lachen, wat Tommy in de kamer ernaast hoorde. Het bleek, zo vertelden ze mij nu, staand voor de balie, dat zij met hun reisorganisatie ook met Olita van doen hadden gehad. Met dezelfde negatieve ervaringen. „Un ignorante!” riep Mariarosa fel. „Maar van welk kasteel wist hij de naam nou niet?” vroegen de dames mij, refererend aan de passage in mijn boek waarin ik beschrijf dat we met Olita voor het eerst de Oltrepò bezochten en hij ons niet kon vertellen hoe het niet te missen kasteel heette. „Cigognola,” zei ik. „Nooooo,” riepen Elena en Mariarosa in koor. „Non è possibile!” Maar het was toch echt waargebeurd. Wat een coincidenza, toeval, dat we allebei met die sukkel te maken hadden gekregen.

Om hun leespret niet te bederven, vertelde ik hun verder niets maar zei alleen dat het ergste met Olita nog moest komen. Bij deze toevallige gezamenlijke ’kennis’ bleef het echter niet want de volgende dag kwamen we er achter dat ze ook de fameuze makelaar Necchi kenden die het huis in de verkoop had dat Cora en Marco wilden maar van hem niet mochten kopen! De ex van Mariarosa was notaris en kende daardoor vrijwel alle makelaars de streek. „Die Necchi is nog erger,” verklaarde Mariarosa. „Dat is een arrogante!” Over Necchi vertelde ik hun iets meer in detail, want die verhalen komen pas in deel 4 van mijn Italiaanse Toestanden. (Deel 4? Wanneer? Waar? Hoe? hoor ik u denken. Nog even geduld!) En daarmee waren de coincidenze nóg niet uitgeput want het bleek dat de reisorganisatie die Mariarosa bestierde ook cultuurtrips naar Engeland voor middelbare scholen verzorgt en begeleidt. Maar mijn vaste pilatescollega Cecilia reisde als docente biologie toch ook eens per schooljaar met haar klas naar Engeland? dacht ik. En ja hoor, „La nostra Cecilia!” riepen Mariarosa, Elena én Tommy in koor. „Che coincidenza!

Mede door deze gebeurtenissen raakten wij Due Padroni steeds meer met onze Italiaanse collega’s vertrouwd en begonnen we ook mee te doen met de plaagstoten die zij elkaar toedienden. Dat had ook zijn nadelen. Toen we na een lange beursdag in een café aan de bitterballen zaten (vonden ze lekker, die Italiaantjes) was Marierosa als enige nog niet uitgeraasd. Ze was al bezig met een blogje van de dag en vroeg mij of ik de tekst in het Nederlands kon vertalen. „Tuurlijk,” zei ik, nietsvermoedend, want morgen had ik vast wel weer energie. Een halve minuut later hoorde ik ’pling’ op mijn telefoon en direct daarop een hoog vrouwenstemmetje dat „Vai!” zei. „Aan de slag!” Wat? Nu? Meteen? Ik keek Tommy, die vlak naast mij zat, meewarig aan en fluisterde hem, nog net verstaanbaar voor Mariarosa, toe: „Maar wat betekent ’vai’ eigenlijk in het Italiaans? Is het toevallig ’beste vriend, zou je alsjeblieft als je even tijd hebt dit en dat voor mij willen doen?’?” Tommy knikte, glimlachte en zei: „Eh, te l’ho detto. Femminocrazia.

woensdag 31 januari 2018

Bulldozerkip of scharrelmachine?

Giuseppe stond van een afstand te gebaren. Hij beeldde een fles uit. Uiteraard wilden wij graag wijn bij het eten! De vraag die meer gerechtvaardigd zou zijn, was of we eten wilden bij de wijn ;-). Maar nee, natuurlijk aten we graag een pizza hier bij Osteria La Versa, een van de betere adressen voor dit meest Italiaanse van alle Italiaanse gerechten. Giuseppe bedoelde dit echter allemaal niet. Hij wilde weten of we weer dezelfde wijn wilden die we de laatste keren steeds genomen hadden. En dat wilden we want die rode Bonarda was ons erg goed bevallen.

Jarenlang (zijn het echt al jaren? Even terugrekenen: ja, het zijn al jaren, il tempo corre) schonk Giuseppe, de sympathieke cameriere van de osteria ons iedere keer als we er kwamen een andere rode wijn. Wel steeds de bruisende boeren-Bonardawijn maar telkens van een ander wijnbedrijf. De resultaten waren wisselend, meestal was de wijn gewoon lekker, soms zat er een tussen die te scherp, wrang, zuur of bitter was. Giuseppe had nog jaren door kunnen gaan met deze voorstelling (er zijn honderden wijnmakers in de Oltrepò) ware het niet dat hij een paar maanden geleden midden in de rode roos schoot. Alleen al de kleur van de Bonarda die hij toen uitschonk, was onweerstaanbaar. Een diep-purperen, bijna zwarte bruiswijn vulde gulzig onze glazen. Die moest wel lekker zijn, dachten wij meteen. En dus was hij lekker, want de weg naar de maag van de echte enonauta gaat via het oog.

Wij knikten dus enthousiast van ja op Giuseppe’s gebarentaal. Graag die Bonarda van Cantina Fratelli Agnes weer! De cantina kenden we al veel langer, ook vanwege de op ons ietwat vreemd overkomende naam (de broers Agnes?), maar op deze bonarda had Giuseppe ons dus attent gemaakt. Campo del Monte heette hij. We moesten maar eens bij het wijnbedrijf langsgaan om een paar doosjes in te slaan, dachten we iedere keer, om het vervolgens niet te doen. Osteria La Versa was altijd dichterbij en lag (gevaarlijk!) op de route naar het dorpje Rovescala waar de gebroeders Agnes hun lekkere Bonarda produceerden. Een goede plek dat Rovescala want het is het oudste wijnproducerende dorp van de streek met de vroegste schriftelijke getuigenis uit 1192.

Het belangrijkste, de wijn, was geregeld. Wat bracht ons de menukaart? Sinds een week of zo was die vernieuwd en we zagen dat er gerechten op stonden die we nog niet eerder gezien hadden. En doordat namen van gerechten in een vreemde taal de moeilijkst te leren dingen zijn, voelden we ons weer even beginners in het Italiaans. Wat was bijvoorbeeld gallinella ruspante? Het was vast een kipachtige, maar ruspante? Een ruspa was een bulldozer, dat wisten we nog uit de tijd dat onze aannemer Torti (still going strong, 81 jaar inmiddels) ermee over onze parkeerplaats en door onze tuin tekeerging. Dus bood het menu uitzicht op een ... bulldozerkip? De Italiaanse variant van een plofkip? Dat nooit! We vroegen raad aan Giuseppe.


Het was duidelijk de avond van de gebarentaal want ook nu wist Giuseppe niet beter dan wat handbewegingen te maken om het ons uit te leggen. Het ging inderdaad om een kip maar wat beeldde zijn hand uit? Die scharrelde maar wat heen en weer over een denkbeeldig terrein. Scharrelen? Scharrelkip, dat was het natuurlijk! Precies het tegenovergestelde van een plofkip. Maar dan was een bulldozer dus een scharrelmachine? Zou je niet zeggen als je destijds het resultaat van Torti’s gescharrel zag. In Italië hadden ze dus ook scharrelkippen. Weer iets geleerd. Maar wat zou een plofkip in het Italiaans zijn? Pollo gonfiabile? Pollo bum? Wie weet het?

PS
Ik ontdekte dat er ook maschi ruspanti bestaan, scharrelmannen! Begin jaren '70 is er een Italiaanse film over gemaakt. Toch maar eens beter om me heenkijken hier. Of geeft u de voorkeur aan een bulldozerman die met gespierde armen de stuurknuppels van het stoere graafapparaat bedient?