Italiaanse Toestanden - Emigratieverhalen


donderdag 1 juni 2017

Il Giro d'Italia






Ieder jaar kijken we er weer even naar: het rondeschema van de grote Giro d’Italia, dé wielerwedstrijd van het jaar. Maar nee, moeten we steeds weer teleurgesteld constateren, ook dit jaar komt de ronde niet naar de (volgens ons dan) o zo geschikte heuvels van de mooie Oltrepò Pavese. Goed, de wegen zijn hier niet best, maar de ciclisti rijden toch ook over de kasseien van … en op de muur van …? Of zouden het juist de Italianen zijn die niet voor het aanzien van de internationale gemeenschap met hun slecht onderhouden wegen te kijk willen staan? Fare bella figura, ook op twee wielen. Dus geen wielerfestijn voor onze deur helaas. Een keer, een paar jaar geleden, scheerde de Giro vlak langs. Ze kwamen door Stradella (“La città che vive! De stad die leeft!”) dat net aan de voet van de eerste heuvels ligt. Jammer, gemiste kans op gratis wereldwijde publiciteit voor ons onbekende wijngebied. Toch zijn we wel gaan kijken en toegegeven, het is een enerverend evenement zo’n wielerwedstrijd. Het peloton is binnen 15 seconden voorbij maar voorafgaand aan de echte sporters passeert er een hele karavaan aan reclamewagens, motorrijders, een mobiel radiostation etc. Het was leuk om een keer gezien te hebben en de komende tien tot twintig jaar zal de Giro wel niet meer zo dichtbij komen, dachten we.

Maar wat wil het toeval? Ieder jaar gaan we twee weekjes op vakantie (ook B&B houders willen wel eens weg) naar Sardinië, we prikken twee weken in het nog niet volbezette voorseizoen, bij voorkeur in mei (ook B&B houders in Italie willen graag mooi weer op vakantie), en rijden met ons hebben en houwen naar de traghetto in Genua. De avond voor vertrek horen we bij Studio Sport (ook B&B houders kijken graag naar de tv programma’s van hun land van oorsprong) dat Il Giro de volgende dag zal starten! Helemaal vergeten om te kijken of ze dit jaar in de buurt komen! Stel je voor dat ze een etappe op Sardinië rijden, haha, dat zou wat zijn! Snel kijk ik even op internet en rol daarna bijna van de bank: op zaterdag, onze dag van aankomst, vertrekt de Giro vanuit Olbia, onze haven van aankomst, langs de oostkust van Sardinië naar het zuiden! En passeert daarbij Dorgali, dat op een halfuurtje rijden van ons vakantiehuis ligt. Krijg nou steunkousen! Als de Giro niet naar de Oltrepò komt, komt de Oltrepò (nou ja, in de persoon van twee B&B houders) wel naar de Giro.

Het tijdschema van de Giro vertelde ons dat de start om 10 uur zou zijn, ruim na onze geplande ontscheping van 8:30. We reden dus voor de karavaan uit en hadden ruim de tijd om eerst onze bagage naar het vakantiehuis te brengen, nog wat te eten en dan langzaamaan naar de plaats Dorgali te gaan. Dat plaatsje hadden we een vorige vakantie al bezocht vanwege de beroemde cantina sociale, coöperatieve wijnmakerij, die daar gelegen is. Misschien konden we dan na het wielerfestijn gelijk wat flesjes van die overheerlijke Sardijnse cannonau inslaan … We reden met verheugd gemoed op Dorgali aan en … werden een kilometer buiten het dorp staande gehouden. Dranghekken blokkeerden de weg, bewaakt door allerlei politieachtige ordepersoneel. Uren voordat de wielrenners verwacht werden, waren de toegangswegen al afgesloten. Er zat niets anders op dan te doen wat de andere automobilisten deden: langs de weg parkeren en de laatste kilometers te voet afleggen.

Hoewel dat laatste stuk nog aardig omhoog ging, was het toch leuk om gedaan te hebben want nu was er alle tijd om de versieringen en kunstwerken die de enthousiaste bevolking van Dorgali langs de weg had geplaatst te bewonderen. Roze linten, roze spandoeken, roze bloemen, alles was roze wat de klok slaat: het roze van de Gazzetta dello Sport, de sportkrant die de Giro honderd jaar geleden, jawel, uitgerekend dit jaar precies 100 jaar geleden, georganiseerd had. Bij de versieringen waren de roze racefietsen in de meerderheid. Op toegangshekken bij uitritten van bedrijven langs de weg had de organisatie waarschuwende teksten geplakt: niet de weg op gaan tussen 11 en 17 uur! Stel je voor dat er opeens een trage tractor het parcours opreed terwijl het peloton met 45 km/h aan kwam denderen! Naarmate we dichter bij het dorp kwamen nam de drukte toe. We probeerden een café te vinden waar we zittend aan een tafeltje de wedstrijd zouden kunnen volgen maar alle terrassen waren (uit veiligheidsoverwegingen?) ontdaan van meubilair. Maar we hadden enorm geluk: we stapten een pub binnen en vonden een tafel aan het raam op een verhoging, zodat we door het open raam perfect zicht hadden op de hoofdstraat én op de finish van de tussensprint. Elk dorp van een beetje statuur heeft namelijk haar eigen finish om de feestelijkheid nog te vergroten. Nog mooier was het dat we ook recht voor een groot televisiescherm zaten, zodat we de vorderingen van het peloton konden volgen. We bestelden een tweetal grote glazen bier en besloten om deze eersterangs plek onder geen beding nog te verlaten, kome wat komt. Desnoods bestelden we nog wel een paar glazen bier.

De aankomst van het wielerlegioen bleek echter langer te duren dan voorzien: de sporters hadden zichzelf vandaag een rustig dagje beloofd en peddelden kalmpjes door het prachtige Sardijnse landschap. Tegen de tijd dat ze eindelijk in Dorgali waren, had uw sportverslaggever al aardig wat gele schuimende jongens achter de gevulde kiezen. Ik begon al wat weg te doezelen toen er opeens luid claxonnerende motorrijders voorbijstoven. De reclamekaravaan was in aantocht! Even later reed er inderdaad een colonne van zo’n dertig auto’s in alle vormen en maten en van divers allooi het dorp binnen, om er vervolgens een half uur te blijven staan voor de verkoop van petjes, shirtjes, vlaggen en dergelijke. Ook was er een oorverdovende radiodame die je via de op alle wagens gemonteerde geluidsboxen toeschreeuwde. Nadat deze groep vertrokken was duurde het nog lang voor de wielrenners verschenen.

Ik dacht wel even te kunnen berekenen wanneer ze zouden moeten passeren (de wiskunde verlaat mij nooit). In de lokale sufbode stond dat de lengte van de etappe 221 km was en dat Dorgali op 144 km van de start lag. Dus lag Dorgali 77km van de finish. E=mc^2! A kwadraat plus B kwadraat is C kwadraat! Zelfs Brigitte Kaandorp snapt het. Op de tv lieten ze zien hoever de wielrenners nog van de finish verwijderd waren en dus wist ik, quod erat demonstrandum, hoever nog van Dorgali, namelijk de afstand op het tv scherm minus 77. Leuk geprobeerd maar het klopte niet. Net toen op het tv scherm als afstand tot de finish 77 km getoond werd en ik de fietsers dus vanuit het raam van de pub had moet kunnen zien passeren, verscheen op dezelfde tv ook het verkeersbord ‘Dorgali 10 km’. Lekker dan. De krant had kennelijk verkeerde gegevens afgedrukt.

Maar uiteindelijk moesten de wielrenners natuurlijk wel voorbijkomen. Om 16:30, anderhalf uur later dan oorspronkelijk gepland racete de groep voorbij. Of beter: passeerde er eerst een kopgroep van vijf man en anderhalve minuut later het peloton. We hadden twee passages voor één prijs! En de aanloop tot zo’n passage is eigenlijk het leukste van het hele evenement: na uren wachten, slenteren, op je mobiel kijken, weglopen, terugkomen, een praatje maken, blijft iedereen opeens stokstijf op zijn plek en passeert er eerst een luid toeterende motor en kort daarop nog een en nog korter daarop nog een en dan een groep en dan een luid claxonnerende auto en nog een en en en … Jaaaaaaa! Daar zijn ze, luid applaus en gejoel en … zoef, weg zijn ze weer. Het kijken naar de passage van een wielerpeloton is als het bijwonen van een collectief orgasme: een lang voorspel, een kort hoogtepunt en … Tja, het naspel? Dat laatste is een beetje deprimerend. Een half uur na de passage zijn de meeste versierselen al weer weggehaald en lijkt het of er nooit iets gebeurd is. Maarrrr … volgende keer weer? Jazeker! Maar kom nou eens een keer naar de Oltrepò Pavese, caro Giro.