Italiaanse Toestanden - Emigratieverhalen


woensdag 31 januari 2018

Bulldozerkip of scharrelmachine?

Giuseppe stond van een afstand te gebaren. Hij beeldde een fles uit. Uiteraard wilden wij graag wijn bij het eten! De vraag die meer gerechtvaardigd zou zijn, was of we eten wilden bij de wijn ;-). Maar nee, natuurlijk aten we graag een pizza hier bij Osteria La Versa, een van de betere adressen voor dit meest Italiaanse van alle Italiaanse gerechten. Giuseppe bedoelde dit echter allemaal niet. Hij wilde weten of we weer dezelfde wijn wilden die we de laatste keren steeds genomen hadden. En dat wilden we want die rode Bonarda was ons erg goed bevallen.

Jarenlang (zijn het echt al jaren? Even terugrekenen: ja, het zijn al jaren, il tempo corre) schonk Giuseppe, de sympathieke cameriere van de osteria ons iedere keer als we er kwamen een andere rode wijn. Wel steeds de bruisende boeren-Bonardawijn maar telkens van een ander wijnbedrijf. De resultaten waren wisselend, meestal was de wijn gewoon lekker, soms zat er een tussen die te scherp, wrang, zuur of bitter was. Giuseppe had nog jaren door kunnen gaan met deze voorstelling (er zijn honderden wijnmakers in de Oltrepò) ware het niet dat hij een paar maanden geleden midden in de rode roos schoot. Alleen al de kleur van de Bonarda die hij toen uitschonk, was onweerstaanbaar. Een diep-purperen, bijna zwarte bruiswijn vulde gulzig onze glazen. Die moest wel lekker zijn, dachten wij meteen. En dus was hij lekker, want de weg naar de maag van de echte enonauta gaat via het oog.

Wij knikten dus enthousiast van ja op Giuseppe’s gebarentaal. Graag die Bonarda van Cantina Fratelli Agnes weer! De cantina kenden we al veel langer, ook vanwege de op ons ietwat vreemd overkomende naam (de broers Agnes?), maar op deze bonarda had Giuseppe ons dus attent gemaakt. Campo del Monte heette hij. We moesten maar eens bij het wijnbedrijf langsgaan om een paar doosjes in te slaan, dachten we iedere keer, om het vervolgens niet te doen. Osteria La Versa was altijd dichterbij en lag (gevaarlijk!) op de route naar het dorpje Rovescala waar de gebroeders Agnes hun lekkere Bonarda produceerden. Een goede plek dat Rovescala want het is het oudste wijnproducerende dorp van de streek met de vroegste schriftelijke getuigenis uit 1192.

Het belangrijkste, de wijn, was geregeld. Wat bracht ons de menukaart? Sinds een week of zo was die vernieuwd en we zagen dat er gerechten op stonden die we nog niet eerder gezien hadden. En doordat namen van gerechten in een vreemde taal de moeilijkst te leren dingen zijn, voelden we ons weer even beginners in het Italiaans. Wat was bijvoorbeeld gallinella ruspante? Het was vast een kipachtige, maar ruspante? Een ruspa was een bulldozer, dat wisten we nog uit de tijd dat onze aannemer Torti (still going strong, 81 jaar inmiddels) ermee over onze parkeerplaats en door onze tuin tekeerging. Dus bood het menu uitzicht op een ... bulldozerkip? De Italiaanse variant van een plofkip? Dat nooit! We vroegen raad aan Giuseppe.


Het was duidelijk de avond van de gebarentaal want ook nu wist Giuseppe niet beter dan wat handbewegingen te maken om het ons uit te leggen. Het ging inderdaad om een kip maar wat beeldde zijn hand uit? Die scharrelde maar wat heen en weer over een denkbeeldig terrein. Scharrelen? Scharrelkip, dat was het natuurlijk! Precies het tegenovergestelde van een plofkip. Maar dan was een bulldozer dus een scharrelmachine? Zou je niet zeggen als je destijds het resultaat van Torti’s gescharrel zag. In Italië hadden ze dus ook scharrelkippen. Weer iets geleerd. Maar wat zou een plofkip in het Italiaans zijn? Pollo gonfiabile? Pollo bum? Wie weet het?

PS
Ik ontdekte dat er ook maschi ruspanti bestaan, scharrelmannen! Begin jaren '70 is er een Italiaanse film over gemaakt. Toch maar eens beter om me heenkijken hier. Of geeft u de voorkeur aan een bulldozerman die met gespierde armen de stuurknuppels van het stoere graafapparaat bedient?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten