Met onze lange Noord-Europese
lijven staken we hoog boven de grijze koppies van de bejaarde Italianen uit. We
stonden in de rij voor het loket van het postkantoor van Pavia. Nou ja, de rij …
er waren verschillende rijen die als spaghettislierten door elkaar slingerden. Het
maakte ons niet uit, we hadden geen haast, we waren immers als dagen bezig om
een conto corrente, een rekening, bij
de BancoPosta, de Italiaanse Postbank
te openen. We wilden een rekening, met bankpasjes en vooral met assegni, cheques, die hoognodig zijn als
je in Italië een huis wil kopen. Er zijn allerlei vooruitbetalingen nodig, die
direct van koper naar verkoper gaan, zonder tussenkomst van de notaris, want
die doet hier niet aan depot. En bij die aanbetalingen gaat het om behoorlijke
bedragen, tot wel 20% van de koopsom, die je liever niet contant met je
meedraagt. Wij niet tenminste, maar de kwetsbare oudjes voor ons in de rij
leken daar minder problemen mee te hebben, want er werden hele bundeltjes van
50€ biljetten voor ze neergeteld. Kennelijk waren ze niet bang dat ze buiten
het postkantoor meteen zouden worden neer geknuppeld om van hun pensioentje te
worden beroofd.
Het was de eerste
van de maand en dan is het uitbetaaldag van de pensioenen, vandaar de lange
rijen in het postkantoor. Pavia is namelijk een stad van bejaarden en
studenten. De bejaarden vinden er relatieve rust en alle (gezondheids-)voorzieningen
in de buurt en de studenten vinden er natuurlijk de universiteit. Ook zijn er
in Pavia, verstopt in de binnenhofjes, heel veel middelbare scholen, zodat je
op vrijdagmiddag verrast kunt worden door de hordes scholieren die zich als de
ratten van Hamelen naar het station begeven, op weg naar een weekendje thuis.
Aan die pensioenbetaaldag
hadden we dus even niet gedacht, maar we hadden nu weinig keus meer, die
rekening hadden we toch echt nodig. Onze odyssee richting de conto corrente begon een paar dagen
geleden in het filiaal van de BancoPosta bij ons in de buurt. Daar
werd het al snel duidelijk dat het openen van een rekening alleen op het
hoofdpostkantoor mogelijk was. In het centrum van Pavia bevond zich dat kantoor
en bleek, nadat we een nieuwe wachtrij hadden overwonnen, dat we in het
noodfiliaal op het plein buiten moesten zijn. Een soort portacabin, met daarbinnen, wegens
gebrek aan ruimte, dus de spaghetti-wachtrijen.
We waren hier een
paar dagen eerder al geweest en hadden toch maar even gecheckt of we hier
moesten zijn. Ja, maar voor het aanvragen van een rekening moet je achterin
zijn, in het kamertje van de hoofdbeambte. Daar bleek ene Maria te zitten, die
ons graag en vriendelijk wilde helpen met alle formulieren. Een paar dagen wachten en dan zouden we ons
pasjes kunnen afhalen, met een boekje assegni
en ook zouden we meteen geld kunnen opnemen, als we tenminste in de tussentijd
geld naar de gloednieuwe rekening hadden overgemaakt. En dat hadden we gedaan.
Nu was het zover,
het uur U, D-day! Onze poging om de wachtrijen te ontlopen en direct naar onze
Maria van de Post te gaan, was verhinderd door een cerbera, die toegang tot het
heilige der heiligen verhinderde. Kennelijk hadden anderen die sluipweg ook
ontdekt en werd er teveel gebruik van gemaakt. We ontkwamen niet aan de
spaghettislierten. Maar we waren geduldig, ons hemelrijk was nabij …
Opeens was er
paniek achter de balie en begon iemand te roepen: “Sono finiti i soldi!”. Het geld is op! Gemor en protest in de
bejaarde gelederen. De postbeambten maken hen duidelijk dat er toch echt geen
contanten meer zijn. Enkelen druipen al teleurgesteld af, anderen gaan nog in
discussie. Maar waar niet is, verliest ook de gepensioneerde keizer zijn recht. Wij komen nu verrassend
snel aan de beurt. We krijgen de pasjes en de cheques, maar voor contanten
moeten we over een paar dagen nog maar eens terugkomen …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten