Italiaanse Toestanden - Emigratieverhalen


dinsdag 25 augustus 2015

Hittegolf



De zomer van 2014 kwam maar niet op gang en was nat en koel. De gemiddelde temperatuur kwam in juli niet boven de 21 graden uit (normaal 24). Het was Bijna Nederland! In september wisten de wijnboeren dan ook niet meer wat ze met de druiven aanmoesten: oogsten terwijl het suikergehalte nog te laag was (en de wijn dus een lager alcoholpercentage zou krijgen, later suiker toevoegen is bij wet verboden) of nog laten hangen waarbij een deel dan intussen door schimmels wordt aangetast? Een keuze uit twee kwaden. Nee, 2014 was voor de wijn geen topjaar.

Maar dan 2015! De weergoden nemen revanche! Na een heel zachte winter met maar een klein laagje natte sneeuw sloegen we de lente haast over. Het was al vroeg in het jaar warm en sinds half juni wijst de thermometer alleen nog maar maximale waarden van boven de 30 aan. Volgens het weerstation van de Centro Meteorologico Lombarda dat in onze tuin staat (waarden af te lezen op de site www.centrometeolombardo.com ), is de hoogste waarde die de afgelopen jaren (sinds 2011) bereikt is 36,2 graden (op xx juli 2012). Als de voorspellingen uitkomen dan gaan we daar dit jaar overheen. Het gemiddelde van juli komt dit jaar sowieso veel hoger uit, misschien wel tegen de 28.

Voor de druiven betekent dit dat de groei voorspoedig verloopt. De wortels van deze plant gaan zo diep dat er nooit water gegeven hoeft te worden. Een enkele onweersbui brengt genoeg water om de ontwikkeling van de zoete vruchten niet te doen stagneren. En daar begint het nu wel een beetje te knellen: de laatste regen dateert van ruim een maand geleden. Dus beginnen de boeren te klagen want er moet altijd wat te klagen blijven. Het zal wel los lopen, denken wij dan, gewend aan het eeuwige gemopper van de Italiaan over het weer: te koud, te veel sneeuw, te nat, te warm, te droog. Het lijken wel N..........


We kijken vanaf ons terras belangstellend toe hoe de druiven zwellen en zijn benieuwd of we nu zelf zullen meemaken wat er in 2007 gebeurde. Toen waren we begin september even in de Oltrepò en viel het ons op dat er al geen trosje meer aan de stuiken hing. Na een heel erg hete zomer was alles in augustus al geoogst! Vanaf onze observatiepost met vrij uitzicht over de hellingen zien we nu dat de planten er vol en vetgroen uitzien: een prachtig gezicht. Bovendien is het heel rustig want de activiteiten in de wijngaarden zijn nagenoeg stilgevallen. Als het warm en droog is, groeit het onkruid niet en ontstaan er geen schimmels dus wordt er niet gewied en niet gespoten. En in dit jaargetij stopt de plant alle zonne-energie in de groei van de druiven en niet in nieuw blad zodat verdere snoei ook niet nodig is. De meeste seizoensarbeiders zijn even met verlof gestuurd om als de oogst aanstaande is hun intrek in hun tijdelijke woonvertrekken weer in te nemen.

Zelf vallen we ook stil en gaan in de hitteoverlevingsstand. Nu begrijp je opeens waarom de siësta uitgevonden is. Als je nog werk wil verzetten, moet je er vroeg op de dag bij zijn of moet je wachten tot de avond valt. En er is voor ons wel werk te verzetten want in tegenstelling tot de wijngaarden heeft onze tuin wel behoefte aan water. Sproeien dus, iedere dag weer, als je wilt dat je met veel moeite gecreëerde bloemenparadijs de zomer overleeft. Gelukkig nemen enkele slimme irrigatiesysteempjes wat werk uit handen en kunnen de meeste inheemse planten wel tegen een (klein) stootje. Mediterrane kruiden zijn wel wat ontberingen gewend en ook rozen houden het hier lang vol, net als siergrassen. Na de nodige studie-uurtjes ontdekte ik dat vooral prairieplanten ons klimaat goed aankunnen. Oleanders natuurlijk, niet alleen in potten maar ook in de volle grond. Irissen in alle kleuren van de regenboog, zelfs blauw. En verschillende vruchtdragende planten zoals vijgen en granaatappels en vooral pruimen. De jam voor de B&B gasten is gereed! De moestuin heeft helaas het onderspit moeten delven, na een overvloedige oogst aan tuinbonen en een paar courgettes. De tomaten zijn weer eens aangetast: de beruchte zwarte vlek is aan de onderkant verschenen. Gelukkig hebben we nog steeds passata uit roemrijker jaren.

Het is bijna vijf uur ofwel de klok ligt in de vijver zoals we hier ter stede zeggen. Tijd voor de aperitivo. We openen maar eens een heerlijke spumante van het wijnhuis Monteguzzo (uit te spreken als Monte Goedzo) hier uit de buurt, zie www.monteguzzowines.it  . Een Camillion bijvoorbeeld, gemaakt van de pinot nero druif waarmee de meeste hellingen hier bekleed liggen en gegist op de fles. Champagne dus eigenlijk al mag het niet zo heten. Wat maakt het uit hoe het heet, het is topkwaliteit voor een spotprijs. Salute en cin cin. Op een goed wijnjaar!