Nicola zat er op
zijn paasbest bij, keurig in pak en das, haartjes geknipt en gekamd, achter
zijn bureau in het makelaarskantoor. Hij was zenuwachtig, meer dan wij, die
toch echt een huis van een paar ton gingen aanschaffen. Hij niet. Misschien was
hij bang dat we alsnog verder zouden willen onderhandelen over de provisie? De
verkopende partij, bestaand uit mijnheer en mevrouw Colombo, met dochter en een
gemachtigde voor hun ex-schoonzoon, zat links van het bureau, wij tweeën, de
toekomstige eigenaren zaten aan de andere kant. De hond van Colombo en onze Saar
hadden alvast ruzie en hadden we ver uit elkaar gezet. Dat beloofde niet veel
goeds.
Maar eigenlijk
kon er niks meer misgaan. De familie Colombo was akkoord gegaan met ons formele
bod in de Proposta d’Acquisto, en
daar mee kon nu de compromesso, de koopbelofte
worden ondertekend. Weer één van de vele stappen in het koopproces zoals dat in
Italië moet worden afgelegd. Bij de compresso hoort een cheque met een
voorschot op de caparra (waarom doen
al deze termen aan Siciliaanse mafia
termen denken?), wat zelf weer een aanbetaling van 10% op de koopsom is.
Hoeveel moesten we voorschieten? Signore
Non-ci-sono-problemi gaf ons geen uitsluitsel toen we het hem eerder
telefonisch vroegen en we hadden dus maar 2000€ ingevuld. Toen we bij het
kantoor aankwamen en hem de cheque lieten zien was hij toch niet blij: “Impari” riep hij steeds, “Impari”. Als gediplomeerd boekhouder,
geregistreerd bij de Italiaanse KvK, had hij vervolgens nog heel wat moeite om
de juiste bedragen te berekenen (restant caparra,
restant koopsom), die in de compromesso
moesten worden opgenomen.
Nu zaten we
allemaal klaar om te tekenen, van je één twee huppekee. Het bleek te klikken
tussen ons en de verkopers, wat misschien het gevolg was van de aanwezigheid
van een gemeenschappelijke vijand, in de persoon van de voor ons allebei
werkende Nicola. Die stond erop de hele akte woord voor woord door te nemen,
hoewel beide partijen dat niet nodig vonden. Zelfkennis konden we onze makelaar
echter niet ontzeggen, want hij was er in geslaagd om in de paar gegevens die
hij had moeten invullen nog een paar fouten te maken. De verkopers heetten
opeens Colombio, waarover de heer Colombo uitgebreid begon te mopperen: Colombio,
Colombio, wie is dat? Ook het Italiaanse burgerservicenummer, de codice fiscale was fout, terwijl die
toch direct uit de gegevens van de persoon kan worden afgeleid. Gelukkig was er
administratieve ondersteuning die meteen een gecorrigeerde compromesso kon
verzorgen.
Terwijl we
wachtten op het verbeterde huiswerk, zag ik de tas van Nicola staan. Het leek
wel een dokterstas, waarin een stethoscoop, een hamertje en dergelijk verstopt
zaten. Ik maakte er een opmerking over en Nicola legde uit dat dat zijn
draagbare kantoor was. Hij had voor de zekerheid altijd alles bij zich. Nou dan
zit mevrouw Olita er zeker ook in, opperde ik olijk. Een verwoestende blik van
Nicola was mijn loon. Mevrouw Colombo schaterlachte en stelde voor om na afloop
maar iets te gaan drinken op kosten van degene die deze bijeenkomst
georganiseerd had. Nicola ging er niet op in.
We konden tekenen
en twaalf handtekeningen van elk van de aanwezigen verder was de voorlopige
koopakte een feit. Wie er nu nog vanaf zag, was een boete van 10% van de
koopsom aan de andere partij verschuldigd. Dat ging natuurlijk niet gebeuren.
Na de plechtigheid werden we even naar buiten geloodst, om de verkopers in
discretie hun provisie aan Nicola te laten overhandigen, 3%. Wij kwamen daarna
met onze 2% aan de beurt, in de vorm van een dik stapeltje 50€ biljetten. Toch weer
dat mafia gevoel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten