Italiaanse Toestanden - Emigratieverhalen


zondag 18 november 2012

Milano vera

Leuk hoor, een gids over Milaan maken met honderden artikeltjes over alles wat er te zien is, musea, monumenten, kunst en cultuur, winkels, bars, restaurants, hotels en B&B's. Allemaal op basis van vele uren virtueel websurfen door de grote mode-metropool. Maar hoe ziet het er eigenlijk in het echt uit? Op een enkel tripje na (Scala), was het er nog niet echt van gekomen om een museum te gaan bezoeken. Nu had ik voor vrijdag de afgelopene een leuk concertbezoek geregeld: de Messiah van Handel in het Auditorium van Milaan. Daar waren we vorig jaar ook al eens geweest en, naar later bleek, voor precies dezelfde uitvoering. De koorpadrone bleek tegelijkertijd een Schola concert te hebben en wilde eigenlijk niet mee, en vond zijn definitieve excuus in het feit dat hij deze uitvoering dus al eens gehoord had. Elk voordeel heb zn nadeel: de app-padrone kon nu vrijuit eerder naar Milaan vertrekken, zonder last of harige ruggespraak, om een museumpje te bezoeken. Eindelijk! En zo geschieddddde.

De Milaan-padrone ging om 14 uur weg en reed vlot naar het metrostation Famagosta dat zeer comfortabel aan een speciale afrit van de A7 ligt. Kan niet missen. Onderweg passeer je maar één stukje tol, a €2,20. Vanaf de parkeergarage is het simpel om het centrum te bereiken, hetzij via halte Cadorna (ook treinstation, een major hub), hetzij, na een overstap, op het Domplein. Een dagkaart kost maar 4,50 en daarmee heb je verder geen omkijken meer naar het vervoer. Om 15 uur was de Dom al in zicht. Eerste museumstop: het Poldi Pezzoli, bekend om zijn kleine collectie Renaissance topstukken (maar zelf niet wereldberoemd). Dit huis-museum zoals het heet, want gehuisvest in het huis van de kunstverzamelaar Poldi-P. zelf, ligt op een steenworp van de Scala en is dus makkelijk te voet te bereiken vanaf het Domplein.

In dit mooie museum heeft de Renaissance-padrone een uurtje doorgebracht. Met iets meer tijd zou je er ook een kleine twee uur voor kunnen uittrekken als je wilt. De topstukken bevinden zich allemaal in een heel mooi uitgelichte zaal, maar ook in de andere ruimtes is er het nodige bezienswaardigs te genieten. Onverwacht is dat je vrolijk foto's van de schilderijen mag maken en dat je er gerust met je neus bovenop kunt gaan staan om de details in je op te nemen. Zo was er een schilderijtje ter grootte van een postzegel van een Nederlands landschapje met mensen en een hondje, dat van een onwaarschijnlijk detail was. Hoe kun je zo precies schilderen, met een naald?

Heel onverwacht maar spectaculair was de wapenzaal op de begane grond (de heer P.-P. verzamelde niet alleen schilderijen), vol met prachtig bewerkte helmen, kurassen, pistolen en ander -tuig. Vooral de inrichting was adembenemend en bleek dan ook bedacht door een moderne kunstenaar, Aldo Pomodoro, zelf bekend van grote metalen kunstwerken die her en der in Milaan te vinden zijn. De associatie die ik kreeg was die van de Wagner-opera Parsifal, met die optocht van ridders in volle wapenuitrusting aan het eind van de zaal. Jammer genoeg ontbrak de muziek (ouverture zou leuk zijn). De hele zaal zelf en de vitrines aan de zijkant zijn een kunstwerk op zich. Niet te missen!

Na een biertje (6€, we zijn wel in de grote stad) bij Bar Straf, vooral bekend van de Milan & More App ;-) , even een bliksembezoek aan het fonkelnieuwe Museo del '900, pal naast de Dom in een van de twee Arengario-gebouwen, die prachtig gerestaureerd zijn. Moderne kunst van de 20ste eeuw en de bovenste plank. Gratis bezoek vanaf 2 uur voor sluitingstijd en ... op vrijdag vanaf half vier. Mooi! Via de fraaie moderne interne wentelallee bereikte de draaipadrone eerst het topstuk van het museum, de magnifieke en enorme Quarto Stato van Pellizza di Volpeda, heel mooi in een eigen ruimte tentoongesteld. Bijzonder om dit nu eens in het echt te zien (wel achter glas dit keer). Verder Picasso, Morandi, Boccioni en andere meer of minder bekende kunstemakers, waar de padrone niet veel verstand van heeft. Er zit wel veel interessants bij, dat moet gezegd, zodat dit museum nog wel eens een tweede intensiever bezoek waard is.


(wordt vervolgd)

maandag 12 november 2012

Frazione Belga

Het moest een keer gebeuren. Je praat met een (veronderstelde) Italiaan, die bij nader geen Italiaan blijkt te zijn, maar een Nederlander, of in dit geval een Belg. Grappig blijft het wel.

In dit geval reed ik zaterdagochtend naar het wijnbedrijf Mezzaluna net voorbij Montalto Pavese. Het was erg mistig in ons dal, maar bij Montalto werd het zicht gelukkig wat beter. Ik wist waar de cantina lag, want deze route rijden we heel vaak en het fleurige embleem van Mezzaluna valt op. Ik had me altijd al afgevraagd welke interessante wijn hier gemaakt zou worden. En nu ging ik het bezoeken, in het kader van de sommelierscursus! Dacht ik tenminste. Reden voor twijfel was er zeker, want een paar weken geleden dacht ik ook al dat de proeverij hier zou zijn en bleek abuis.

Terwijl ik aan kwam rijden zag ik niet direct andere medecursisten of geparkeerde auto's. Ik reed even voorbij de cantina om toch een parkeerplek te zoeken en herkende achter het stuur van een tegemoetkomende auto een medecursiste, die de vorige les naast mij gezeten had. Gelukkig, ik ben niet de enige, dacht ik. Zij keek me vragend aan, trant "Waar is het?" en ik gebaarde dat ze iets verderop moest zijn. Ik keerde en ging haar voor naar de parkeerplekken bij de cantina. We stapten uit en begonnen te babbelen in het Italiaans, over de mist, de vraag waarom de anderen er nog niet waren enz. De cursusorganisatrice reed langs in haar landrover en in haar slipstream arriveerden er een paar andere cursisten. We zaten goed! Gebabbel met de wijnakela.

Opeens vraagt mijn medecursiste: "Ma Lei non è italiano, vero?" en inderdaad, "Sono Olandese", zeg ik. "Maar dan spreekt u Nederlands!" is de verbaasde reactie. Ik ben zo verbaasd als zij. Hebben we een avond naast elkaar gezeten en hier een tijd in vloeiend(?) Italiaans gesproken zonder het door te hebben. Later blijkt dat we al wel in het Nederlands gecorrespondeerd hebben, via LinkedIn, naar aanleiding van de website over de Oltrepo van haar en haar Italiaanse man, website die ik tijdens een van mijn Google-strooptochten was tegengekomen. Zij zijn net vanuit Belgie naar Italie verhuisd om een wijnbedrijf en aardbeienkwekerij te runnen, in Rivanazzano. Dat wordt weer een leuk contactje!

De rondleiding daarna (in het Italiaans) was interessant (iedere wijnmaker heeft zo weer zijn/haar eigen ideeen). Dit bedrijf was een all-woman affaire en de eigenaresse was iemand met duidelijke meningen. Bij de proeverij bleek de rode Pinot Nero heel lekker en met zijn 7€ zeer betaalbaar, zeker in vergelijking met sommige 30€ flessen die we bij cursus wel eens te proeven krijgen. Over de prijs-kwaliteitsverhouding van verschillende wijnen valt heel veel te zeggen!