De ene padrone is zorgzaam, de andere padrone is zorgelijk. Wie is wie? Ongetwijfeld hebben jullie zo je ideeën ... maar het kan verkeren. Zegt de één tegen de ander: ik ga maar even tanken. Antwoordt de ander (heeft een hekel aan tanken, weet niet waarom): nou het kan nog wel hoor, je hebt nog bijna een kwart tank! Goed dan, denkt de eerste, en we rijden de Oltrepò in. Maar ja, die klimmetjes en afdalingen en al die bochies slurpen benzine en bovendien heeft de meter de neiging nogal te schommelen in afhankelijkheid van de hellingshoek. En ja hoor, op een gegeven moment begint het fatale lampje te branden. Dit leidt bij de chaufferende padrone tot het iets krampachtiger vastgrijpen van het stuur en stilzwijgend tandengeknars. De andere padrone/bijrijder denkt dat het meevalt, er is nog steeds een achtste tank over, dat is dus een liter of vijf en bij één op 12 kunnen we nog 60 kilometer vooruit. Toch? Hiervan doet hij de zenuw-padrone op een gegeven moment kond, want hij heeft wel door dat deze steeds nerveuzer naar de meter aan het turen is. Ook worden de bochten steeds hoekiger aangesneden, wat weer niet goed is voor de gevoelige maag van de reken-padrone. Via de autoradio klinkt toepasselijk "Niente paura", geen angst, een recente hit van de groep Ligabue (http://www.soundsblog.it/post/2599/ascoltiamo-il-nuovo-singolo-di-ligabue-niente-paura ). De chauffeur-padrone blijft wél bang, want de meter is niet lineair etc. etc. Ik had niet naar je moeten luisteren! zegt hij. De bijrijd-padrone schakelt de Miep dan maar in: daar zijn immers de benzinestations in opgenomen en deze zijn in dit gebied, toegegeven, niet wijd verspreid. De Miep dirigeert ons naar Bobbio, over de grens met Emilia-Romagna, waar we maanden geleden al eens geweest zijn. 7,3 km te gaan. Halen we dat? Is de tank open? Tuurlijk denkt de een, nou ik moet het nog zien de ander. Eenmaal over de pas van Penice begint zowaar de zon te schijnen. Nou als we stil komen te staan, zitten we in ieder geval in de zon, zegt de zonnige padrone. Niet leuk, vindt de bewolkte padrone.
U voelt het al: we halen het, met gemak, al is van het laatste niet iedereen even overtuigd.
Met volle tank vervolgen we onze tocht, op weg naar de sneeuw! Er blijkt een skigebiedje in zuid-Oltrepò te zijn en dat willen we wel eens van dichtbij bekijken. Misschien ligt er nog volop sneeuw, je schijnt er soms tot in april te kunnen skiën. We stijgen en stijgen en de uitzichten worden al fabelachtiger, nog even en we zien de zee??? Toch niet, want er schuiven wat wolken de bergen in en bij onze stop in Brallo di Pregola, een typisch wintersportplaatsje, zitten we in de mist. We durven toch nog verder en gaan over een steeds stillere weg door een steeds kaler landschap. Op een bergtop schittert een soort observatorium in de zon. Waarom is het hier zo stil? Daar komen we al snel achter. De eerste sneeuwsporen vertonen zich op de weg zelf (links en rechts van de weg is het al tijden wit). Al na een meter of honderd is de weg geheel wit. Gaan we dit doen? We hebben nog steeds geen sneeuwkettingen, doordat onze maat 165/70 14 overal is uitverkocht. De padrones kijken elkaar aan en hebben nu allebei paura. Nee, dit gaan we niet doen. We keren en aanvaarden de nederlaag en de terugtocht. Volgende keer beter. Er lag dus sneeuw genoeg, misschien kunnen we nog eens skiën voor we afreizen naar NL?
Eenmaal terug in Pavia, na een file bij afslag naar de Bennet te hebben doorstaan, blijkt het voor de jongste padrone toch iets teveel van het goede te zijn geweest. Het gevoel van onbehagen in hoofd en maag, waarmee zijn dag begon, vertaalt zich nu in koorts en de gevreesde knoop in de maag, die niets anders beduidt dan: wat er onlangs via de bovenkant in is gegaan moet er onvermijdelijk via dezelfde kant weer uit. Buikgriepje! Na een tijdlang rusteloos gedraai in bed, verzamelt de padrone moed (Niente paura, ho ancora il vomito, ik moet nog steeds braken, zingt Ligabue) en besluit de natuur een handje te helpen door middel van een "Hoogervorstje". Er zijn mensen met een braak-fobie en dat klinkt op het eerste gehoor idioot, maar eerlijk gezegd begrijp ik het wel. De eerste samentrekkende beweging van de maag is behoorlijk pijnlijk en eerlijk gezegd vind ik het uitzicht zo hangend boven het toilet ook niet erg opwekkend, om nog maar te zwijgen over de aanblik en geur van wat er in het toilet terecht komt ... Maar ja, het moet kennelijk even. En later nog een keer. Gelukkig is het daarmee over, al volgt er nog koortsachtige nacht waar in telkens dezelfde droom terugkeert, van een makelaar die telkens maar één huis verkoopt, het zijne, waarna hij weer een volgend kan kopen, dat hij op zijn beurt weer verkoopt etc.
Geheel wrak en brak sta ik op. Voor veel rust is geen tijd want we moeten met de ingegnere Cassani naar het huis voor een inspectie van het dak en een eerste verkenning van de verbouwingsmogelijkheden. De dakdekker in spé rijdt voor met een Jaguar: geen goed teken voor onze portemonnee! De heren staan verbaasd over inwendige toestand van het huis (alles nieuw! van alles laten staan!) en over de prachtige positie. We bespreken welke ramen we willen openen, waar de trap naar beneden zou moeten komen en wat we met het terras willen. Cassani weet net als bij de eerste bijeenkomst van doorpakken en wil eigenlijk weten wat we nog meer alvast zouden willen laten doen, voordat we eind februari afreizen. De ramen? Kan niet, vereist vergunning van de gemeente, duurt een maand of twee, drie. Terras? Kan niet, vereist toestemming van de buurman!!! Voorlopig alleen het dak dan maar, incl. de regenpijpen etc. Snel wordt de globale prijs voorgerekend, 25 euro de m^2, voor een dak van 160 m^2 is 4000 euro. Oeps, dat valt even tegen. Het lukt je niet goedkoper, beweert de ingegnere. Ik vraag nog hoeveel man er dan wel niet hoe lang aan werken. Een man of drie, gedurende een kleine twee weken, is de bewering, alle pannen moeten er namelijk af wil je het in één keer goed doen. Vooruit dan maar, veel keus is er tenslotte niet, we hebben haast, want het dak moet goed zijn voor we afreizen. Cassani zet daarna de dakdekker onder druk zet om het echt in de eerste weken van februari te doen: ik zei presto en nu wil ik presto, begin februari en dan kom ik langs om te controleren! Een doorbijtertje, die ingegnere! Ondertussen krijgt hij onze sleutels om van de week alles in detail te gaan opmeten, zodat hij een “progetto” kan maken met alle opties en een inschatting van de kosten. Gaat het snel of gaat het snel? Te snel? Reikt onze polsstok wel ver genoeg? Niente paura!
Ik weet wie welke padrone is, maar ik zeg het lekker niet. Ik weet ook dat 4000 euro een hoop geld is. Misschien toch voor toekomstige klussen offertes vergelijken?
BeantwoordenVerwijderen