“We nemen Barbera”, riposteerde Torti meteen op de vraag van de serveersteer, nog voordat wij ook maar iets hadden kunnen zeggen. Hij, de niet-wijndrinker (heeft nog nooit een druppel gedronken beweert hij), bestelde dus de wijn die WIJ gingen opdrinken bij de lunch op het terras in Varzi. Beroepsdeformatie, zullen we maar zeggen, want op de werkplaats (ONS huis in dit geval) heerst hij ook als een oude almachtige god. Hij ziet alles en weet precies hoe alles moet. Staan we boven in het gat dat het balkon moet worden druk met Cassani te praten, roept Torti opeens tegen Marco beneden dat hij zus en zo die boom naast de betonnen muur moet afschermen. Arendsoog. Regelmatig krijg ik ongevraagd tuinieradviezen: wat waar te planten, wanneer te oogsten enz. Hij is dubbel geïnteresseerd,omdat bij ons alles twee keer zo hard schijnt te groeien als bij hem in het dal. Lekker puh!
Wij dronken dus Barbera-wijn bij onze polenta alla cinghiale. Best lekker hoor en Torti is ook geen vervelend gezelschap. Hij kwam (dankzij het mineraalwater?) aardig los over het leven van vroeger. Teneur: vroeger was het gezelliger, de gemeenschap was hechter en er gebeurde meer. Een bekend relaas dat wel vaker ontrolt aan de mond van oudere heren. Deels ook de waarheid, maar misschien niet de volledige waarheid. Leuk om naar te luisteren, dat dan weer wel. Over hoe Torti als jongentje met zijn vriendjes snoep jatte op het jaarlijkse dansfeest door de enige twee (carbid-)lampen (er was nog geen elektriciteit) kapot te katapulteren. Torti was de geboren schutter, zijn vriendjes de vingervlugge dieven die in het plotselinge duister hun kans grepen. Zoveel snoep jatten ze, dat ze het niet op konden.
Hoe kwamen we met Torti aan tafel, zo op de vrije zondag? De aanleiding was het jaarlijkse truffelfeest in San Sebastian Curone, in Piemonte, op een uurtje rijden van huis. Torti wilde er heen en had ons genodigd mee te gaan. Waarom niet, dachten we en om 9 uur (ok, kwart over 9) stapten we in de Fiat van Torti. Onderweg mopperde deze lekker over andere weggebruikers die hem in de weg zaten en bleek hij als de dood voor snelheidscontroles, zodat we soms als een slak voortkropen. De markt bleek een succes, heel levendig met heel veel lekker dingen. Om van te watertanden lekkere kazen (alleen al het bekijken van de buitenkant en de structuur van de kazen is al een genot), lekkere worsten en natuurlijk de truffels: een soort steentjes voor tientallen euro’s per stuk. Het kan heel lekker zijn, maar soms smaakt het naar papier. We beginnen niet aan een eigen truffel echec (Torti ook niet) en houden het bij kaas en worst. Ook overal even een stukje proeven uiteraard. Saar vindt allerlei lekkere afsnijdsels op straat en geniet dus mee.
Mevrouw Torti was, heel typerend, niet mee. Ze moest kennelijk Torti’s beestenboel verzorgen. Toen we terugkeerden, beloofde ze ons in het voorjaar twee kippen, haantje en hennetje! Prachtige beesten zijn het, dus we zeggen geen nee.
Eenmaal thuis hebben even geskyped met het jarige petekind (kind? 17 is ie alweer!), dat onze videokaart inmiddels had ontvangen en bekeken (bekijk het ook, op http://www.zangkaart.nl/lied/dnoRecording_1226778077201.flv ). Het feestje missen we helaas: dat is dan weer het nadeel van de emigratie.
Italiaanse Toestanden - Emigratieverhalen
zondag 16 november 2008
I tartufi
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten