Gast in eigen huis, dat waren we een paar dagen geleden, op uitnodiging van Werner en Kirstin, die voor een weekje het Oostenrijkse Innsbruck voor de Oltrepo verruild hadden. “Aber diese Ruhe!”, riep Werner na de eerste dag al, vol enthousiasme over dit Toscane van het Noorden, “Besser gibt es doch nicht”. Hij hief zijn armen ten hemel. Zijn tevredenheid kwam tot uiting in een feestelijke diner voor de gastheren, op het terras. Aanstaande gasten, neemt hieraan een voorbeeld J!
Werner houdt van vis en had voor de gelegenheid de Esselunga leeg gekocht: vooraf een soort inktvis-carpaccio, dan een schelp-gebeuren met heerlijke saus en vervolgens een lekkere roggemootdingetje, super "cuisson" gegaard. Alleen het toetje kwam uit een “pakje”, maar dat zagen we niet meer, in het donker. Om te zien wat we eigenlijk aten, moest er eerst een flitsfoto van gemaakt worden.
Tijdens het eten werd gezellig gekout (en gekauwd), over paarden (Kirstin) en Innsbruck en het Italiaanse leven. De wijn vloeide rijkelijk en de gesprekken werden al wat onsamenhangender (maar dat hoorden we zelf niet, want het was al donker), toen Werner binnen in de verblijfsruimte aan een samenvatting? van zijn beoogde Dan Brown-achtige thriller over een moord in Venetie begon. Zou het ooit afkomen, vroeg ook hij zich af, want de research, die nam zóveel tijd. Werner houdt van avontuur en iets nieuws en is van alle markten thuis: koken dus, schilderen, reizen, schrijven. Hij houdt van het leven, zoals hij zelf zei, alleen gaat het veel te snel voorbij! Net als het verblijf bij de padroni: stampvoetend pakte hij zaterdag zijn sportbolide in: “Ich will noch nicht!”.
We zien ze nog wel terugkomen, september misschien, met of zonder paard, met of zonder boek. Maar zeker mét levenslust (en bolide). (Ze waren ook gek op Thomas en die poseert dan ook met hen op de afscheidsfoto, maar onze wolf is niet meegegaan hoor!)